vrijdag, 2 mei 2025
De taal van Drupal: begrijpelijk uitgelegd
Node
Een node is een stukje content. Een nieuwsbericht, pagina, blogpost… allemaal nodes. Denk: als je iets toevoegt op de site, is het bijna altijd een node.
Pijnpunt: “Waarom vind ik m’n tekst niet terug?” → O ja, het is een node, geen pagina.
Content Type
Een content type is een sjabloon voor nodes. Bijvoorbeeld: een nieuwsbericht heeft andere velden dan een vacature. Je bepaalt per type welke velden nodig zijn.
Voorbeeld: Een content type Evenement heeft velden als datum, locatie en omschrijving.
Field
Een field is een veld binnen zo’n content type. Denk aan tekst, afbeelding, datum, bestand, enzovoorts.
Rotterdamse vertaling: “Wat moet erin?” → “Gewoon een veldje aanmaken joh.”
Taxonomy
Klinkt duur, maar het is gewoon een lijst van labels of categorieën. Bijvoorbeeld: thema’s, tags of onderwerpen. Hiermee orden je je content.
Voorbeeld: Je tagt een blog met ‘onderwijs’ of ‘gezondheid’.
Term
Een term is een item in een taxonomy. Dus ‘onderwijs’ is een term in de taxonomy ‘thema’s’.
View
Een view is een soort lijstje of overzicht van content. Bijvoorbeeld: toon de laatste 5 blogs, of toon alle vacatures op een aparte pagina.
Pijnpunt: “Waarom zie ik niks op m’n overzichtspagina?” → “Je view moet ingesteld worden.”
Block
Een block is een klein stukje content dat op meerdere plekken terugkomt. Zoals een call-to-action, contactinformatie of menu.
Handig: Je kunt blocks tonen op basis van regels: alleen op de homepage, of alleen als iemand is ingelogd.
Region
Een region is een plek in je thema waar blocks terechtkomen. Bijvoorbeeld: bovenaan (header), zijbalk (sidebar), onderaan (footer).
Theme
Een theme bepaalt hoe je site eruitziet. Kleuren, lettertypes, layout — alles zit in je theme. Je kunt een bestaand theme gebruiken of er zelf een bouwen.
Module
Een module voegt nieuwe functies toe. Denk aan formulieren, meertaligheid, SEO-tools, noem maar op. Core modules zijn standaard. Contributed modules download je. Custom modules bouw je zelf.
Tip: Installeer niet alles wat los en vast zit. Hou het simpel.
User, Role & Permission
- User = iemand met een login
- Role = wat voor soort gebruiker (beheerder, redacteur, bezoeker)
- Permission = wat die rol mag doen
Voorbeeld: Redacteur mag wel content bewerken, maar geen modules aanzetten.
Entity
Een entity is een verzamelnaam voor alles wat 'iets' is in Drupal: nodes, users, taxonomy terms, etc. Alles waar je content aan hangt.
Paragraphs
Met paragraphs kun je flexibele pagina’s bouwen. In plaats van 1 grote tekst, voeg je blokjes toe: tekstblok, afbeelding, video, call-to-action, enz.
Voordeel: De redacteur bepaalt zelf de opbouw, zonder code.
Leuke Feitje: VDMi is de bedenker van deze module.
Menu
Een menu is de navigatie van je site. Hoofdmenu, footer menu, etc. Je kunt het koppelen aan nodes of custom links.
Path / Alias
Een path is de URL van een pagina. Drupal maakt automatisch paden aan (zoals /node/12
), maar met een alias maak je het mooier: /over-ons
.
Revision
Elke keer dat je content wijzigt, maakt Drupal een revision aan. Zo kun je altijd terug naar een vorige versie.
Cache
Drupal is snel omdat het veel dingen opslaat in het geheugen (de cache). Maar: pas je iets aan, dan moet je soms even de cache legen voordat je het ziet.
Pijnpunt: “Waarom zie ik m’n wijziging niet?” → Cache legen, vriend.
Tot slot
Drupal klinkt in het begin als een vak apart. Maar als je de termen snapt, wordt het ineens een stuk duidelijker. Je weet wat je moet aanpassen, waar je het vindt, en hoe je voorkomt dat je iets stukmaakt.
Kom een bakkie met ons doen
Neem gerust contact met ons op, want wij voorzien je graag van een passend advies. Wij informeren je graag over de mogelijkheden die Drupal je biedt en maken bovendien alles op maat voor jouw bedrijf of organisatie.